woensdag 28 september 2011

Pluk de dag

Zomer in september. Dan hoef je niet lang na te denken wat te doen op je doordeweekse vrije dag.

Rondje Markermeer

De Oostvaardersdijk

Opsteken bij Ome Ko in Muiden.

maandag 26 september 2011

De 2e editie van Drafbike

Op een drafbaan met een MTB (strandbike) baan-disciplines afwerken . Het concept is verbluffend eenvoudig en daarom ook zo sterk.
Terugkijkend kan ik maar één conclusie trekken: Het was weer geslaagd. De verbeterpuntjes van de 1e editie (2010) waren door de organisatie prima opgelost. De afvalkoers was in 2-en geknipt (Een fun- en een topklasse). En er was tijdwaarneming met chip.
Met 9 man stonden we als team Hermandad aan de start. Iedereen presteerde, naar vermogen, erg sterk. Hoogtepunt was de 4e plek in de ploegenachtervolging van ons Hermandad team 1.
Persoonlijk was ik erg gelukkig met mijn tijdrit en de daaraan verbonden start in de TOPklasse. :-) Dat ik daarna snel wegviel uit de afvalkoers doet niet meer terzake.

Alle uitslagen

Foto's 1 - Foto's 2

zaterdag 24 september 2011

Indian summer in het Groene Hart

De recente historie leert dat je elke zonnestraal mee moet pakken als je de kans krijgt. Vandaag was zo'n kans. Dus in het kielzog van de rest van de grijze golf trokken Lies en ik vandaag met fietsendrager + 2 fietsen naar het Groene Hart. Haastrecht was ons doel. In dit oer Hollandse plaatsje losten we de fietsen en stapten op voor een rondje door ons Nationaal Landschap. Langs de Hollandse IJssel togen we naar Oudewater. Een plaatsje waar de tijd blijkbaar heeft stil gestaan. Ik herinnerde me dat hier ooit Swiebertje is opgenomen. Ik zou zweren dat je Saartje en Bromsnor hier nog zo tegen het lijf zou kunnen lopen.
Via Polsbroekerdam, Lopik en Cabauw belanden we in Schoonhoven. Allemaal gaaf gebleven historie. In de Zilverstad even een bakkie en de benen laten rusten.
Het hoogtepunt werd de tocht langs de Vlist terug naar Haastrecht. Langs dit stokoude veenriviertje zie je Nederland op z'n aller-Hollandst.
Nederland in Indian Summer is mooi, heel mooi!

Onze route.

vrijdag 23 september 2011

Pyreneeën 2011 Dag 5 en 6

De laatste 2 klimmen van deze vakantie liggen tegen de Spaanse grens aan. Het zijn de Col de Tentes en Cirque du Troumouse. Ik trek er 2 dagen voor uit.

Op 22 augustus start ik net na Luz St Sauveur. In zuidelijk richting fiets ik naar Gavarnie. Daar ligt het wereldberoemde Cirque du Gavarnie. Een keteldal gevormd door een oude gletscher. Gavarnie is voor mij slechts een doorkomst-plaats. Het is er onwijs druk. Iedereen wil het spektakel zien. Voor mij begint hier het mooie deel van de klim naar de Tentes (Port de Boucharo). Het wordt heel stil. De meeste mensen gaan naar Gavarnie en slechts enkelen rijden door. Het enige gezelschap wordt gevormd door de loslopende schapen en koeien. Vrij makkelijk gaan de beentjes rond. De klimkilometers van de afgelopen week werpen hun vruchten af. Op de top is er een fantastisch uitzicht. Je kunt nog door naar de Spaanse grens. Het is slechts 1 kilometer maar de weg is slecht en ligt bezaaid met rotsblokken. Ik keer om maar later die week maak ik hier met Lies een fraaie wandeling .

Twee dagen later start ik op dezelfde plek voor de klim naar Cirque du Troumouse. Ook weer zo’n komvormig dal. Minstens zo mooi als Gavarnie maar hier is het doodstil. Even na Gedre sla ik linksaf. De weg is smal en het is mistig. Veel zuurstof in de lucht maar weinig uitzicht. De klim is afwisselend steil en wat vlakker. Het is moeilijk om in het ritme te komen. Ruim voor de top is er een tolpoort. Fietsers mogen zo doorrijden. Ook hier weer veel vee op en langs de weg. Ze trekken zich weinig van deze tweewieler aan. De laatste kilometers kom ik boven het wolkendek uit en dat is maar goed ook. Het zicht op de Cirque du Troumouse is adembenemend. Slechts een paar mensen genieten met me mee. Als je nog eens in die buurt komt kies dan voor het rustige Troumouse i.p.v. het overbevolkte Gavarnie.
Het is de laatste klim uit een rijtje van 9. De Pyreneeën hebben toch een ander karakter dan de Alpen. Ongerepter en minder bebouwd. Een voorkeur heb ik niet. Waar ik ook klim het blijft boeien.

48 km en 1300 hm en 35 en 1100 hm.

Alle foto’s van de fietstrip:

Pyreneeën 2011 Dag 4

We zijn inmiddels een week in de Pyreneeën (20-8-2011) en de Tourmalet staat nog steeds niet op mijn palmares. Dat gaat vandaag veranderen. Heel vroeg sluip ik de caravan uit. Het hek van de camping is nauwelijks open of ik verdwijn richting Luz St. Sauveur. Met de auto wel te verstaan.

Een kilometer of 4 voor Luz stap ik de fiets. Het is zaterdag, 07.30 uur en dus heerlijk rustig. Midden in het dorp begint de wereldberoemde klim naar de Col du Tourmalet. Ik ben nog niet helemaal warm getrapt maar dat zal snel veranderen. Na een paar kilometer krijg ik zicht op 2 mannen die dezelfde onderneming doen. Een mooi richtpunt. Het lukt me zonder problemen bij ze te komen. D’r op en d’r over dan maar. Een snelle babbel (het zijn Nederlanders) en dan spot ik een tandem voor me. Weer een mooi doel. Ook deze mannen verschalk ik. Niet zo vreemd want de man aan het stuur moet bijna al het werk doen. Zijn passagier is zwaar spastisch.
Hoe hoger ik kom hoe fraaier de omgeving. De lange rechte stukken wisselen mooi af met bochtenwerk. De laatste kilometers zijn smal en steil. Maar het is nog niet druk hier. In 1 uur en 40 minuten leg ik de 18 kilometer naar de top af. Een aardige franse dame die heel goed Engels spreekt zet me op de foto. Snel omdraaien want er staat nog meer op het programma.

In Luz begint ook de klim naar Luz Ardiden. Ik rij echter eerst iets terug richting Argeles en begin de klim vanuit Viscos. Om in dat dorp te komen moet je wel even in 2 kilometer 200 hoogtemeters afleggen. Ondertussen is de thermometer weer stevig opgelopen. Het zweet tapt van me af maar het is de moeite waard. De laatste kilometers is het harken. Het is doodstil op de top. Een busje komt aanrijden. Het is van Cycletours. Ik maak even een praatje met deze begeleider en hij vult mijn bidon. De 15 mannen van deze groep rijden een tijdrit op Luz Ardiden. In de afdaling kom ik ze allemaal tegen. Sommigen dansen omhoog maar ik zie er ook verschillende harken. Gelukkig.

74 km 2500 hm

Pyreneeën 2011 Dag 3

Vandaag verplaatsen we ons naar een westelijker gelegen dal. Per auto gaan Lies en ik de Aubisque over. Als we in Laruns zijn gaan we zuidwaarts. Bij Fabreges laten we ons met een kabelbaan omhoog brengen. We maken een stevige en niet ongevaarlijke wandeling naar een oriëntatietafel. Normaal ben ik de schijtlijster maar nu moet ik Lies af en toe naar boven helpen. We worden beloond met een geweldig uitzicht op de Pic du Midi d’Ossau. Als we weer beneden zijn rijden we nog even door naar de Spaanse grens. Die ligt hier exact boven op de Col du Pourtalet. Het is er retedruk want belastingvrije drank, sigaretten en nog veel meer. Snel wegwezen dus.

Ondertussen stroomt het dal vol mist. Daar hadden we niet op gerekend en ik wil de Marie Blanque nog bedwingen. Als we in Bielle, aan de voet van de klim zijn is er nog maar weinig zicht. Toch waag ik de gok en stap op voor de 11 kilometer naar de top. Het moet hier geweldig mooi zijn maar ik zie er niets van. Met 50 meter zicht houdt het echt op. Zwaar is het allemaal niet. Ik kan er verder kort over zijn. De afdaling is nog een korte vermelding waard. Hij is namelijk levensgevaarlijk. De mist dwingt me tot voortdurend remmen. Maximaal 20 kilometer per uur daal ik af. Meer is niet verantwoord.

Ik realiseer me dan dat het al laat in de middag is en we moeten de Aubisque weer over om “thuis” te komen. We ploegen door de mist omhoog en 5 kilometer voor de top gaat het mistgordijn open. Op de top van de Aubisque eten we een hapje in de volle, ondergaande zon. Het zicht op het onder ons liggende wolkendek is uniek. We maken natuurlijk nog een plaatje bij de plaquette van Wim van Est ("Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep ...")
Een bijzondere dag.

22 kilometer 600 hoogte meters





dinsdag 20 september 2011

Pyreneeën 2011 Dag 2

De eerste fietsdag is zwaar gevallen. De maand juli kende nou niet bepaald de juiste voorbereiding vanwege lichamelijke ongemakken en een drukke periode op het werk. Maar nu na een rustdag ben ik wel weer toe aan een nieuwe uitdaging.

Met de auto daal ik af naar Argeles Gazost. In het centrum parkeer ik de auto en volg de borden naar de Hautacam. Als ik de rivier Le Cave de Pau ben overgestoken begint de klim. Na de betrekkelijk eenvoudige eerste kilometers begint na het plaatsje Artalens het echte werk. Het is dan nog 8 kilometer naar de Hautacam en om het helemaal af te maken kan je dan nog 1 kilometer door naar de Col de Tramassel. Drie kilometer voor de top moet ik van de pedalen. Het is snik en snikheet. Niet de ideale omstandigheden voor een jongen uit de polder. Nadat ik weer op adem ben stap ik weer op en kruip naar de top van Hautacam. Een paar jonge Brabanders komen net van de Tramassel afgedaald. We wisselen wat ervaringen uit en ze maken het traditionele plaatje bij het collenbord.



Dan vang ik de laatste kilometer naar de Tramassel ook maar aan. Het gaat niet van harte maar het is goed te doen. De afdaling is een feest. Het wegdek is goed en de weg is rustig. Ondertussen vechten 2 keuzes om voorrang in mijn hoofd. Ik ga naar huis zegt de ene helft terwijl de andere me richting de Pont d’Espagne dwingt. En de laatste wint.

De voet van de klim ligt in Pierrefitte en dat ligt op 7 kilometer van Argeles. Maar dan is het nog 18 kilometer klimmen. Maar ach ik ben er nu toch. Tot aan Cauterets gaat het prima. Steil is het hier nog niet. Cautarets is loeidruk. Het is een toeristische trekker in deze omgeving en de siesta zit er net op. Ik heb er geen boodschap aan en stamp door op weg naar boven. Nog 8 kilometer is het dan. Ze zijn steil maar de omgeving is prachtig. De Jéret spoelt hier uitbundig naar beneden. Het verval van de rivier is her en der heel groot. Een prachtig schouwspel dat afleiding geeft. Ik heb eigenlijk nauwelijks in de gaten dat ik al boven ben. Een mega parkeerplaats voor de bezoekers van de Pont d”Espagne markeert het eindpunt. Later die week zullen Lies en ik hier nog te voet een prachtige wandeling maken naar Lac de Gaube. Maar ik keer nu om en daal af met het goede gevoel dat er weer 2 reuzen zijn bedwongen.

70 kilometer 2300 hoogtemeters.

zondag 18 september 2011

Pyreneeën 2011 Dag 1

We zijn alweer een maand thuis als ik mijn fietservaringen in de Pyreneeën publiceer. Voornaamste reden is de migratie terreur van web-log.nl. Mijn blog ligt er daardoor al een maand uit. Gelukkig maakte ik ooit een blog aan bij onze vrienden van Google en dat gaat nu dienst doen als tijdelijke (?) blogopvang.

Half augustus bivakkeren Liesbeth en ik 2 weken in Estaing op 20 km van Lourdes en vlakbij Argeles Gazost. Volgens velen dé ideale uitvalsbasis voor fietsritjes naar Pyreneeënreuzen als Tourmalet en Aubisque.

De eerste volle dag op de camping stap ik gelijk op de fiets. Het is per slot van rekening de bedoeling om 9 beklimmingen bij te gaan schrijven. Fietsvriend Meindert tipte me op een mooi rondje met Spandelles, Soulor , Aubisque weer Soulor en de Col des Bordères. Niet mals. Ik begin met een afdaling van 10 kilometer naar Argeles. Tijdens onze aankomst had ik daar de afslag naar Gez al gezien. In Gez start de klim naar de Col de Spandelles. Het weer is geweldig, een mooie opsteker na de natte zomer in Nederland. De Spandelles krult mooi omhoog. Het venijn zit in de staart. De laatste 2 kilometer, van in totaal 15, doen namelijk behoorlijk pijn.

Na de afdaling kom ik aan in Eschartes. Daar gaat het linksaf richting Soulor. Niet al te heftig zijn de 1e kilometers. Bij Ferrieres begint het echt te stijgen. Zoals bij veel Pyreneeëncols staan ook hier bij elke kilometer bordjes met het stijgingspercentage van de komende kilometer. Een aardige Spanjaard rijdt kilometers achter me. Dat wou ik graag zo houden maar het lukt niet. Hij blijft even naast me rijden en we wisselen wat woorden. Hij zegt het verstandig te vinden om in het weekend de Soulor vanaf de noordkant aan te vallen. Vanuit het westen of oosten is nu vragen om problemen. Het barst daar van het auto- en motorverkeer terwijl het hier heerlijk rustig is. Dan peddelt hij rustig bij me vandaan. Ik blijf rustig doortrappen want er wacht nog meer. In de klim is de weg naar de Aubisque al goed te zien. Prachtig ligt die weg tegen de berghelling aangeplakt.

Op de Soulor aangekomen gun ik me geen rust en daal een paar kilometer naar het westen om dan nog 7 kilometer te gaan klimmen voor de Aubisque. De beentjes gaan niet echt soepel meer. De 1e dag in het hooggebergte is altijd even wennen. Ondertussen loer ik constant naar de bergwand op zoek naar de Wim van Est memorial. Ik zie hem niet maar later als ik er met de auto nog eens lang ga zie ik hem wel. Goed voor een foto. De top is mooi en het barst er van de fietsers. Omdraaien en terug naar de Soulor. Als ik voor de 2e keer op de Soulor aankom ben ik gesloopt. Maar ik moet de Borderes ook nog over. Dat gaat niet vanzelf. Vanwege een markt in Arrens Marsous is de voet van de laatster klim lastig te vinden. Omdat het inmiddels later is dan afgesproken bel ik Lies. Hoe lang is die klim eigenlijk en hoe kom ik boven? Het blijkt gelukkig om “slechts” 4 kilometer te gaan maar de 8% hellingshoek put me behoorlijk uit. Afdalen gaat ook al niet lekker vanwege split op de weg. Gelukkig ligt de camping direct onderaan de afdaling. Die middag weet ik niet veel meer te doen dan met de beentjes omhoog bij te komen.

84 kilometer en 2600 hoogtemeters